Schaalgrootte

Vanaf 1 januari 2024 moet de woonmaatschappij ten minste 1000 sociale huurwoningen in beheer hebben. Voor de berekening hiervan houdt men rekening met de sociale huurwoningen die de woonmaatschappij realiseerde en plande op 1 januari 2024, of op de datum dat de aanvraag tot erkenning is ingediend (als die later valt).

 

Een sociale huurwoning is gepland als ze nog niet gerealiseerd is, maar u kunt de uitvoering of de gunningsprocedure voor de bouw van de woning binnen een termijn van drie jaar opstarten. De bouw van de geplande sociale huurwoningen moet u opnemen in de meerjarenplanning .

 

We houden geen rekening met de woningen die ingehuurd zijn op de private huurmarkt om ze onder te verhuren volgens de regels van het sociaal huurstelsel.

 

 

In de huidige regelgeving ontvangt een SVK jaarlijks een basis- en aanvullende subsidie die de Vlaamse overheid berekent op basis van het woningaantal dat een SVK in beheer heeft. Daarin maken we een onderverdeling: SVK’s met tussen de 50 en 99 woningen in beheer, SVK’s met tussen de 100 en 199 woningen in beheer en SVK’s met meer dan 200 woningen in beheer. Hoe hoger het aantal woningen in beheer, hoe hoger de subsidies zijn, die een SVK ontvangt.

Veelgestelde vragen

Een woonmaatschappij moet minimaal 1000 woningen hebben. Welke woningen tellen hierin mee? Wat betekent dit binnen de huidige fusies bij SHM’s?

 

Tellen woningen die lokale besturen in beheer geven aan de woonmaatschappij mee voor de schaalgrootte van minimaal 1000 woningen?